Home > Klachten > Angststoornis > Dwangstoornis

Dwangstoornis

In het kort

  • Bij een dwangstoornis heb je voortdurend de overtuiging dat je bepaalde handelingen moet uitvoeren;
  • Dwanghandelingen komen voort uit dwanggedachten;
  • Je gelooft dat er anders iets ernstigs gebeurt. Deze dwangmatige gedachten en handelingen kunnen je dagelijkse leven verstoren;
  • Dwanggedachten en handelingen zijn tijdrovend en putten ook je energie uit.

Wat is een dwangstoornis?

Dwangstoornis is een van de soorten angststoornissen waarbij je herhaaldelijk dwangmatige gedachten ervaart en/of dwangmatige handelingen (compulsies) uitvoert. De handelingen en gedachten nemen veel tijd in beslag in je dagelijkse leven.

 

Iedereen ervaart wel eens dwanggedachten: onaangename gedachten die je liever niet wilt hebben. Bijvoorbeeld de vrees dat er iets ernstigs gebeurt met een dierbare, of de angst om betrokken te raken bij een ongeluk. Dit soort spontaan opkomende gedachten of beelden staan bekend als ‘intrusies’.

 

Één dwanggedachte of intrusie maakt nog geen dwangstoornis. Zijn de dwanggedachten en handelingen zo extreem geworden en beïnvloeden ze je dagelijks leven? Dan kan er sprake zijn van een dwangstoornis.

 

Wat zijn de kenmerken van een dwangstoornis?

De vroege signalen voor een dwangstoornis zijn;

  • De drang voelen om alles perfect te willen organiseren. Veel aspecten in je leven wil je tot in de perfectie organiseren. Doe je dit niet, dan wordt je heel onzeker.
  • Niet zorgeloos kunnen genieten van je dagelijkse leven. Je maakt je continu zorgen over allerlei bezorgde gedachten.

 

Van een dwangstoornis is sprake wanneer de volgende kenmerken zich voordoen:

  • Je hebt dagelijks last van dwanggedachten en/of dwanghandelingen;
  • Je hebt continu het gevoel dat het niet opvolgen van de dwanghandelingen tot nare gevolgen leidt;
  • Als je de handelingen niet uitvoert, zorgt dit ook voor angst en onrust;
  • Je ziet je gedachten als waarheid; doorgaans lukt het niet goed om deze gedachten los te laten of te negeren.
  • Je wordt angstig van je gedachten; 
  • Je gedachten houden aan en worden als het ware opgedrongen;

 

Voorbeelden van dwanggedachten (intrusies)

  • Gedachten van seksuele aard, zoals de gedachte dat je mogelijk op hetzelfde geslacht valt of gepieker of onvrede over je geslacht. Of over seksuele dingen die als ongepast worden beschouwd: bijvoorbeeld over seks met dieren, familieleden of kinderen. 
  • Gedachten van agressieve aard, zoals de gedachte dat je anderen misschien iets aan zal doen, zonder dat je dit wilt. 
  • Gedachten over gezondheid, zoals de gedachte dat je besmet raakt met een ernstige ziekte of dat jij anderen zult besmetten.

 

Dwanghandelingen

Bij een dwangstoornis heb je naast dwanggedachten vaak ook last van dwanghandelingen. Dwanghandelingen komen voort uit de dwanggedachten. Je hebt de gedachte dat er iets ergs zal gebeuren op het moment dat je een handeling niet uitvoert. Op korte termijn bieden deze handelingen je geruststelling, maar ze kosten veel energie.

 

Voorbeelden van dwanghandelingen (compulsies)

  • Je doet bijvoorbeeld 10 keer de deur opnieuw op slot om te voorkomen dat er wordt ingebroken.
  • Bijzonder vaak je handen wassen om te voorkomen dat je ziek wordt.
  • Het gasfornuis meerdere malen controleren voordat je van huis gaat, om brand te voorkomen.
  • Extreem vaak in de spiegel kijken om te zien of je er nog goed uitziet.
  • Je sokken, schoenen, broek en shirt altijd in dezelfde volgorde willen aantrekken om te voorkomen dat je een ongeluk krijgt.

 

 

Welke soorten dwangstoornissen zijn er?

We maken onderscheid tussen vijf soorten dwangstoornissen. 

 

  1. Obsessieve-compulsieve stoornis
    Bij een obsessieve-compulsieve stoornis (OCS, of in het Engels ook wel OCD genoemd) heb je meerdere keren per dag last van dwanggedachten. Met of zonder dwanghandelingen. Smetvrees is een voorbeeld van OCS. Je hebt extreme angst voor vuil, vies worden en besmet raken.
  2. Verzamelstoornis
    Bij een verzamelstoornis heb je een drang om specifieke voorwerpen te verzamelen en te bewaren. Spullen wegdoen is bijzonder moeilijk voor jou. Het leidt er vaak toe dat je een grote hoeveelheid spullen in je huis hebt, waar eigenlijk helemaal geen plek voor is.
  3. Huidpulkstoornis (Excoriatiestoornis)
    Als je last hebt van een huidpulkstoornis heb je de drang om aan je huid te pulken. Het lukt je niet hiermee te stoppen en je beschadigt de huid.
  4. Morfodysfore stoornis (Body Dysmorphic Disorder)
    Als je een morfodysfore stoornis hebt, heb je het idee dat je een vervorming hebt aan je lichaam of gezicht. Vaak is hierbij voor anderen geen of een nauwelijks zichtbare afwijking te zien. Zelf besteed je er extreem veel aandacht aan en vind je jezelf lelijk. Je wilt bijvoorbeeld je gezicht camoufleren, of in extreme gevallen plastische chirurgie om de ‘afwijking’ te verhelpen.
  5. Trichotillomanie
    Bij trichotillomanie ervaar je drang om je eigen haar eruit te trekken. Niet alleen je hoofdhaar, maar ook de wimpers, wenkbrauwen of andere vormen van lichaamsbeharing wil je eruit trekken.

 

Hoe ontstaat een dwangstoornis?

Meerdere factoren spelen een rol bij het ontwikkelen van een dwangstoornis, waaronder genetische factoren, omgevingsfactoren en persoonlijke omstandigheden.

 

  • Erfelijkheid.
    Als één van je ouders een dwangstoornis heeft, is de kans groter dat je ook een dwangstoornis ontwikkelt. Dit betekent niet direct dat je hier ook daadwerkelijk last van krijgt.
  • Jouw karakter.
    Heb je een dwangstoornis, dan ben je gevoelig voor negatieve consequenties, snel gestrest, perfectionistisch, introvert, sneller angstig en je hebt behoefte aan controle en zekerheid. Ook kan je dingen snel overschatten en kan je een groot verantwoordelijkheidsgevoel hebben.
  • Wat je meemaakt in je leven
    Soms ontstaat een dwangstoornis na het meemaken van grote, stressvolle levensgebeurtenissen. Bijvoorbeeld het meemaken van een scheiding of werkloos worden. Je bent dan meer vatbaar voor het ontwikkelen van een dwangstoornis.

 

Welke invloed heeft een dwangstoornis op het dagelijks leven?

Bij een dwangstoornis ben je in je hoofd overmatig bezig met de dwanggedachten en dwanghandelingen. Dit kan je dagelijkse leven op verschillende manieren beïnvloeden:

 

  • Het haalt je energieniveau omlaag omdat je in het dagelijks leven continue bezig bent met dwanggedachten in je hoofd en het uitvoeren van dwanghandelingen.

 

  • Het verlaagt je productiviteit en onderbreekt routine omdat dwanggedachten je afleiden van waar het werkelijk om draait. Je alledaagse routine wordt onderbroken en dit gaat ten koste van je productiviteit.

 

  • Je hebt moeite met sociale relaties en interacties omdat je jezelf kan schamen voor je klachten, of omdat anderen je niet goed begrijpen. Het kan zijn dat je zelden deelneemt aan sociale activiteiten vanwege alle verplichte handelingen.

 

Wat kun je zelf doen?

 

Tips voor mij – ik heb een dwangstoornis

Ervaar je zelf klachten? Dit zijn enkele tips en adviezen:

 

  • Lees over dwangstoornissen. Hierdoor leer je meer over je eigen klachten en begrijp je ze beter.  
  • Praat over je dwanggedachten en bijbehorende klachten met de mensen om je heen. Mogelijk ken je wel iemand die jouw klachten herkent of vind je steun bij een ander. 
  • Zorg goed voor jezelf. Beweeg voldoende; houd een vast slaapritme aan; zorg voor voldoende rust en ontspanning en eet gezond. Een ongezonde leefstijl kan je klachten namelijk verergeren.

 

Tips voor mijn partner of dierbare met een dwangstoornis

De volgende adviezen zijn er voor partners, vriend of dierbare van iemand met een dwangstoornis. 

 

  • Inlezen in wat een dwangstoornis precies inhoudt is ook voor een partner slim om te doen. Het helpt bij het begrijpen van de dwanggedachten en klachten van je naaste.
  • Stel de persoon met dwanggedachten gerust of bied je naaste een vorm van ontspanning. 
  • Ga niet mee in de dwang, maar reken de ander er ook niet op af. Besef dat de ander daadwerkelijk het gevoel heeft dat hij of zij dwanghandelingen moet uitvoeren.
  • Blijf ook letten op je eigen grenzen, als je iemand met dwang wilt helpen. Je kunt de ander alleen helpen als je zelf rustig bent.

 

Dwangstoornis behandelen

Een dwangstoornis valt onder angststoornissen en is goed te behandelen met therapie. Na een angststoornis behandeling kunnen dwanggedachten en de neigingen tot dwanghandelingen blijven opkomen. Dit is natuurlijk voor een mens om te doen en gebeurt ook bij mensen zonder dwangstoornis.

 

Het doel van een behandeling is om de klachten te verminderen en een terugval te voorkomen. In een behandeling leer je technieken om met je dwanggedachten om te gaan. Ook op de lange termijn. Naast therapeutische behandeling, wordt in overleg met een huisarts of psychiater, soms gekozen voor een aanvullende behandeling met medicijnen. Op deze manier krijg je weer controle over je leven en wordt je dagelijks leven minder door dwang beïnvloed.

 

Therapievormen dwangstoornis bij iPractice

Cognitieve gedragstherapie, Exposure met responspreventie en ACT zijn veel toegepaste therapieën voor een dwangstoornis. Vaak worden ze gecombineerd omdat de combinatie drie kernpunten centraal zet.

  1. Het toetsen en uitdagen van dwanggedachten
  2. Het afstand nemen van je dwanggedachten
  3. Het vervolgens niet meer uitvoeren van dwanghandelingen

 

We lichten elke therapie en het onderliggende doel hieronder kort toe.

 

  • Cognitieve gedragstherapie (CGT)
    Samen met de psycholoog ga je je dwanggedachten toetsen en uitdagen. Bijvoorbeeld met een kansberekening. Je kijkt ook samen naar wat de dwanghandelingen jou opleveren, tegenover wat het je op de lange termijn kost. Dit maakt je bewust van je denkproces. 

dwanggedachten infographic behandelinge dwangstoornis via CGT

  • Acceptance and Commitment Therapy (ACT)
    Bij ACT creëer je samen met de psycholoog afstand van je dwanggedachten. Je leert dat je gedachten enkel gedachten zijn, die niet altijd waarheid hoeven zijn. En je leert dat je niet naar deze dwanggedachten hoeft te handelen.
  • Exposure & Responspreventie
    Bij exposure therapie word je blootgesteld aan angstige gedachten en situaties die angst oproepen. Je ervaart dat je angst ongegrond is en de spanning neemt af. Met Responspreventie train je vervolgens bewust om dwanghandelingen niet uit te voeren. De verbinding tussen dwanghandelingen en dwanggedachten verdwijnt en de angst dooft uit.

 

Hulp bij een dwangstoornis

Veelgestelde vragen

Kan een dwangstoornis overgaan?

Ja, een dwangstoornis is goed te behandelen met therapieën als CGT en ACT. Eventueel kan in overleg met de huisarts of psychiater gekozen worden voor aanvullende medicatie.

Is een dwangstoornis erfelijk?

Er zijn aanwijzingen dat dwangstoornissen in families voorkomen. Dit betekent niet dat jij per definitie ook een dwangstoornis krijgt, maar wel dat de kans hierop groter is.

Is een dwangstoornis gevaarlijk?

Een dwangstoornis zorgt niet voor direct gevaar. Wel kant het ervoor zorgen dat je jezelf minder goed verzorgt en het kan je dagelijks leven ernstig beïnvloedt. Denk aan iemand die dwangmatig handen wast, waardoor de huid zijn beschermlaag verliest. Je kunt je handen letterlijk kapot wassen. Of je huid beschadigd door het dwangmatig eruit trekken van je haren. 

Irene heeft ruime ervaring met het behandelen van uiteenlopende psychische klachten, zoals angst, paniek, trauma en ook klachten samenhangend met persoonlijke karakter eigenschappen. Irene kijkt in de behandeling van een dwangstoornis naar wie jij bent als persoon, niet enkel naar de onderliggende oorzaken.
irene bakker ipractice psycholoog
GZ-Psycholoog Irene Bakker

iPractice biedt iedereen:

  • arrow-icon Vergoede zorg met beoordeling 9+
  • arrow-icon Direct hulp zonder lange wachttijden
  • arrow-icon Vrijblijvend gratis behandeladvies

Psychologen gespecialiseerd in angststoornis

Marloes Veenendaal

Feijona van Vugt

chiara_marchetta_psychologist_ipractice

Chiara Marchetta

anniek-van-bebber-psycholoog-ipractice

Anniek van Bebber

Krijg direct professionele hulp bij jouw hulpvraag

Neem vandaag nog vrijblijvend contact op met een van onze psychologen. Je kunt praten over gevoelens en symptomen. Daarnaast krijg je informatie over een geschikte behandeling die bij jou past.

Maak een afspraak