Bij een dwangstoornis heb je voortdurend de overtuiging dat je bepaalde handelingen moet uitvoeren die voortkomen uit dwanggedachten. Je gelooft dat er anders iets ernstigs gebeurt. Deze dwangmatige gedachten en handelingen kunnen je dagelijkse leven verstoren. Ze zijn niet alleen tijdrovend, maar putten ook je energie uit. Kom meer te weten over de oorzaken, symptomen en mogelijke behandelingen.
Wat is een dwangstoornis?
Dwangstoornis is een psychische aandoening waarbij je herhaaldelijk dwangmatige gedachten ervaart en/of dwangmatige handelingen (compulsies) uitvoert om deze gedachten te verminderen of te voorkomen. De gedachten beïnvloeden jouw dagelijks functioneren.
Een dwangstoornis is één van de verschillende soorten angststoornissen die we kennen.
Dwangstoornis in Nederland
- Een dwangstoornis komt bij ongeveer 2 procent van de mensen voor [1].
- Het komt evenveel voor bij mannen als bij vrouwen.
- Een dwangstoornis ontwikkel je meestal rond je 20ste levensjaar, maar het kan ook eerder of later.
- Een dwangstoornis op latere leeftijd ontstaat vaak na ingrijpende gebeurtenissen of levensveranderingen.
Hoe weet ik of ik een dwangstoornis heb?
Iedereen heeft wel eens een dwanggedachte: een vervelende gedachte die je eigenlijk liever niet hebt. Bijvoorbeeld het idee dat iemand van wie je houdt iets ernstigs overkomt of de angst dat je een ongeluk krijgt. Dit soort automatisch opkomende gedachten of beelden noemen we ‘intrusies’. Één dwanggedachte of intrusie maakt nog geen dwangstoornis.
De vroege signalen voor een dwangstoornis zijn
- Je voelt de drang om veel aspecten in je leven tot in de perfectie te organiseren. Doe je dit niet, dan wordt je heel onzeker.
- Het is niet mogelijk om zorgeloos te genieten van je dagelijkse leven omdat je je continu zorgen maakt over allerlei bezorgde gedachten.
Wat zijn de kenmerken van een dwangstoornis?
Van een dwangstoornis is pas sprake wanneer de volgende kenmerken zich voordoen:
- Je hebt herhaaldelijk last van dwanggedachten en/of dwanghandelingen;
- Je hebt continu het gevoel dat het niet opvolgen van de dwanghandelingen tot nare gevolgen leidt.
- Als je de handelingen niet uitvoert, zorgt dit ook voor angst en onrust.
- Je ziet je gedachten als waarheid; doorgaans lukt het niet goed om deze gedachten los te laten of te negeren.
- Je wordt angstig van je gedachten;
- Je gedachten houden aan en worden als het ware opgedrongen;
Voorbeelden van dwanggedachten / intrusies
- Gedachten van seksuele aard, zoals de gedachte dat je mogelijk op hetzelfde geslacht valt of gepieker of onvrede over je geslacht. Of over seksuele dingen die als ongepast worden beschouwd: bijvoorbeeld over seks met dieren, familieleden of kinderen.
- Gedachten van agressieve aard, zoals de gedachte dat je anderen misschien iets aan zal doen, zonder dat je dit wilt.
- Gedachten over gezondheid, zoals de gedachte dat je besmet raakt met een ernstige ziekte of dat jij anderen zult besmetten.
Dwanghandelingen
Bij een dwangstoornis heb je naast dwanggedachten vaak ook last van dwanghandelingen. Dwanghandelingen komen voort uit de dwanggedachten. Je hebt de gedachte dat er iets ergs zal gebeuren op het moment dat je een handeling niet uitvoert. Op korte termijn bieden deze handelingen je geruststelling, maar ze kosten veel energie.
Voorbeelden van dwanghandelingen zijn:
- Je doet bijvoorbeeld 10 keer de deur opnieuw op slot om te voorkomen dat er wordt ingebroken.
- Bijzonder vaak je handen wassen om te voorkomen dat je ziek wordt.
- Het gasfornuis meerdere malen controleren voordat je van huis gaat, om brand te voorkomen.
- Extreem vaak in de spiegel kijken om te zien of je er nog goed uitziet.
- Je sokken, schoenen, broek en shirt altijd in dezelfde volgorde willen aantrekken om te voorkomen dat je een ongeluk krijgt.
Welke soorten dwangstoornissen zijn er?
We maken onderscheid tussen vijf soorten dwangstoornissen.
- Obsessieve-compulsieve stoornis
Bij een obsessieve-compulsieve stoornis (OCS, of in het Engels ook wel OCD genoemd) heb je meerdere keren per dag last van dwanggedachten. Met of zonder dwanghandelingen. Smetvrees is een voorbeeld van OCS. Je hebt extreme angst voor vuil, vies worden en besmet raken. - Verzamelstoornis
Bij een verzamelstoornis heb je een drang om specifieke voorwerpen te verzamelen en te bewaren. Spullen wegdoen is bijzonder moeilijk voor jou. Het leidt er vaak toe dat je een grote hoeveelheid spullen in je huis hebt, waar eigenlijk helemaal geen plek voor is. - Huidpulkstoornis (Excoriatiestoornis)
Als je last hebt van een huidpulkstoornis heb je de drang om aan je huid te pulken. Het lukt je niet hiermee te stoppen en je beschadigt je huid. - Morfodysfore stoornis (Body Dysmorphic Disorder)
Als je een morfodysfore stoornis hebt, heb je het idee dat je een vervorming hebt aan je lichaam of gezicht. Vaak is hierbij voor anderen geen of een nauwelijks zichtbare afwijking te zien. Zelf besteed je er extreem veel aandacht aan en vind je jezelf lelijk. Je wilt bijvoorbeeld je gezicht camoufleren, of in extreme gevallen plastische chirurgie om de ‘afwijking’ te verhelpen. - Trichotillomanie
Bij trichotillomanie ervaar je drang om je eigen haar eruit te trekken. Niet alleen je hoofdhaar, maar ook de wimpers, wenkbrauwen of andere vormen van lichaamsbeharing wil je eruit trekken. Het houd vaak verband met stress, angst, depressie en andere psychische problemen.
Hoe ontstaat een dwangstoornis?
Meerdere factoren spelen een rol bij het ontwikkelen van een dwangstoornis, waaronder genetische factoren, omgevingsfactoren en persoonlijke omstandigheden.
- Erfelijkheid
Als één van je ouders een dwangstoornis heeft, is de kans groter dat je ook een dwangstoornis ontwikkelt. Dit betekent niet direct dat je hier ook daadwerkelijk last van krijgt.
- Jouw karakter
Mensen met een dwangstoornis hebben vaak dezelfde karaktereigenschappen. Je bent gevoelig voor negatieve consequenties, snel gestrest, perfectionistisch, introvert, sneller angstig en je hebt behoefte aan controle en zekerheid. Ook kan je dingen snel overschatten en kan je een groto verantwoordelijkheidsgevoel hebben.
- Wat je meemaakt in je leven
Soms ontstaat een dwangstoornis na het meemaken van grote, stressvolle levensgebeurtenissen. Bijvoorbeeld het meemaken van een scheiding of werkloos worden. Je bent dan meer vatbaar voor het ontwikkelen van een dwangstoornis.
Welke invloed heeft een dwangstoornis op het dagelijks leven?
Bij een dwangstoornis ben je in je hoofd veel bezig met de dwanggedachten en dwanghandelingen. Dit kan je dagelijkse leven op verschillende manieren beïnvloeden:
- Het haalt je energieniveau omlaag
Het dagelijks bezig zijn met dwanggedachten in je hoofd en het uitvoeren van dwanghandelingen vraagt veel energie. Je bent daardoor vaker vermoeid.
- Het verlaagt je productiviteit en onderbreekt routine
Dwanggedachten leiden je af van waar het werkelijk om draait. De dwanghandelingen kosten je tijd. Je alledaagse routine wordt onderbroken en dit gaat ten koste van je productiviteit, bijvoorbeeld op je werk of thuis.
- Moeite met sociale relaties en interacties
Je kan jezelf schamen voor je klachten, of omdat anderen je niet goed begrijpen. Het kan zijn dat je zelden deelneemt aan sociale activiteiten vanwege alle verplichte handelingen.
Adviezen bij een dwangstoornis
Tips voor mij – ik heb een dwangstoornis
Ervaar je zelf klachten? Dit zijn enkele tips en adviezen:
- Lees over dwangstoornissen. Hierdoor leer je meer over je eigen klachten en begrijp je ze beter.
- Praat over je dwanggedachten en bijbehorende klachten met de mensen om je heen. Mogelijk ken je wel iemand die jouw klachten herkent of vind je steun bij een ander.
- Zorg goed voor jezelf. Beweeg voldoende; houd een vast slaapritme aan; zorg voor voldoende rust en ontspanning en eet gezond. Een ongezonde leefstijl kan je klachten namelijk verergeren.
Tips voor mijn partner of dierbare met dwangstoornis
De volgende adviezen zijn er voor partners, vriend of dierbare van iemand met een dwangstoornis.
- Inlezen in wat een dwangstoornis precies inhoudt is ook voor een partner slim om te doen. Het helpt bij het begrijpen van de dwanggedachten en klachten van je naaste.
- Stel de persoon met dwanggedachten gerust of bied je naaste een vorm van ontspanning.
- Ga niet mee in de dwang, maar reken de ander er ook niet op af. Besef dat de ander daadwerkelijk het gevoel heeft dat hij of zij dwanghandelingen moet uitvoeren.
- Blijf ook letten op je eigen grenzen, als je iemand met dwang wilt helpen. Je kunt de ander alleen helpen als je zelf rustig bent.
Dwangstoornis behandelen
Een dwangstoornis is goed te behandelen met therapie. Na een behandeling kunnen dwanggedachten en de neigingen tot dwanghandelingen blijven opkomen. Dit is natuurlijk voor een mens om te doen en gebeurt ook bij mensen zonder dwangstoornis.
Het doel van een behandeling is om de klachten te verminderen en een terugval te voorkomen. Op deze manier krijg je weer controle over je leven en wordt je dagelijks leven minder door dwang beïnvloed.
Hoe kun je een dwangstoornis behandelen?
Een dwangstoornis wordt doorgaans behandeld met een therapeutische behandeling bij de psycholoog. In een behandeling leer je technieken om met je dwanggedachten om te gaan. Ook op de lange termijn. Naast therapeutische behandeling, wordt in overleg met een huisarts of psychiater, soms gekozen voor een aanvullende behandeling met medicijnen.
Therapievormen dwangstoornis bij iPractice
Cognitieve gedragstherapie, Exposure met responspreventie en ACT zijn gebruikelijke therapieën voor een dwangstoornis. We lichten ze hieronder toe.
- Exposure & Responspreventie
Exposure en Responspreventie zijn technieken uit de cognitieve gedragstherapie die in combinatie zeer effectief zijn bij het behandelen van dwangstoornissen. Bij exposure therapie word je blootgesteld aan angstige gedachten en situaties die angst oproepen. Je ervaart dat je angst ongegrond is en de spanning neemt af. Met Responspreventie train je vervolgens bewust om dwanghandelingen niet uit te voeren. De verbinding tussen dwanghandelingen en dwanggedachten verdwijnt en de angst dooft uit.
- Cognitieve gedragstherapie (CGT)
Samen met de psycholoog ga je je dwanggedachten toetsen en uitdagen. Bijvoorbeeld met een kansberekening. Je kijkt ook samen naar wat de dwanghandelingen jou opleveren, tegenover wat het je op de lange termijn kost. Dit maakt je bewust van je denkproces.
- Acceptance and Commitment Therapy (ACT)
Bij ACT creëer je samen met de psycholoog afstand van je dwanggedachten. Je leert dat je gedachten enkel gedachten zijn, die niet altijd waarheid hoeven zijn. En je leert dat je niet naar deze dwanggedachten hoeft te handelen.
Hulp bij een dwangstoornis
-
Je kan vrijblijvend terecht met je vragen over een behandeling van een dwangstoornis. Twijfel je over wanneer je naar de psycholoog gaat? Bel vrijblijvend met psycholoog via 085-5805346 of neem contact op via het online contactformulier.
-
Bij iPractice werk je met 2 psychologen.Online en in de spreekkamer op een van de locaties van iPractice. Meer weten? Lees over het intakegesprek en het behandelingstraject bij iPractice.
-
Cognitieve gedragstherapie en Exposure/responspreventie, soms in combinatie met ACT, zijn gebruikelijke therapieën voor een dwangstoornis. Gemiddeld duurt een behandeling bij ons 3 tot 6 maanden
-
De kosten van de behandeling worden vergoed door de meeste zorgverzekeraars bij een verwijsbrief van de huisarts en wanneer de huisarts een officiële diagnose kan stellen volgens de DSM-5 richtlijnen.
-
Lees het ervaringsverhaal van Tessa over haar paniekaanvallen en hoe de behandeling bij iPractice haar heeft geholpen in het herstel. Of lees meer over het vinden van een passende psycholoog.
Veelgestelde vragen
Ja, een dwangstoornis is goed te behandelen met therapie. Eventueel kan in overleg met de huisarts of psychiater gekozen worden voor aanvullende medicatie.
Er zijn aanwijzingen dat dwangstoornissen in families voorkomen. Dit betekent niet dat jij per definitie ook een dwangstoornis krijgt, maar wel dat de kans hierop groter is.
Een dwangstoornis zorgt niet voor direct gevaar. Wel kant het ervoor zorgen dat je jezelf minder goed verzorgt en het kan je dagelijks leven ernstig beïnvloedt. Denk aan iemand die dwangmatig handen wast, waardoor de huid zijn beschermlaag verliest. Je kunt je handen letterlijk kapot wassen. Of je huid beschadigd door het dwangmatig eruit trekken van je haren.